SV | En Jeremia zeide tot Zedekia: Als ik [het] u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk doden? En als ik u raad zal geven, gij zult [toch] naar mij niet horen. |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר יִרְמְיָ֙הוּ֙ אֶל־צִדְקִיָּ֔הוּ כִּ֚י אַגִּ֣יד לְךָ֔ הֲלֹ֖וא הָמֵ֣ת תְּמִיתֵ֑נִי וְכִי֙ אִיעָ֣צְךָ֔ לֹ֥א תִשְׁמַ֖ע אֵלָֽי׃ |
Trans. | wayyō’mer yirəməyâû ’el-ṣiḏəqîyâû kî ’agîḏ ləḵā hălwō’ hāmēṯ təmîṯēnî wəḵî ’î‘āṣəḵā lō’ ṯišəma‘ ’ēlāy: |
En Jeremia zeide tot Zedekia: Als ik [het] u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk doden? En als ik u raad zal geven, gij zult [toch] naar mij niet horen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jeremia zeide tot Zedekia: Als ik [het] u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk doden? En als ik u raad zal geven, gij zult [toch] naar mij niet horen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!